Wat betekent de uitspraak van het Europese Hof voor moslima’s die een hoofddoek dragen?
De uitspraak van het Europese Hof over het verbod op hoofddoeken binnen overheidsinstellingen wordt niet altijd goed uitgelegd. Er wordt namelijk een beeld geschetst dat werkgevers moslima’s die een hoofddoek dragen, makkelijk kunnen ontslaan of weigeren. Maar wist je dat er strikte voorwaarden verbonden zijn aan een hoofddoekenverbod op de werkvloer? En dat een hoofddoekenverbod op de werkvloer niet zo makkelijk ingevoerd kan worden? In dit artikel leggen we uit wat deze uitspraak betekent voor moslima’s die een hoofddoek dragen.
De uitspraak van het Hof is gebaseerd op het feit dat een hoofddoekverbod op de werkvloer een legitiem doel kan zijn om te komen tot ‘een volkomen neutrale overheidsomgeving’. Dit betekent niet dat overheidsinstellingen nu een ‘vrijbrief’ hebben om moslima’s die een hoofddoek dragen te weigeren of te ontslaan.
In Nederland is de vrijheid van godsdienst in de Grondwet vastgelegd. Het verbieden van een hoofddoek op het werk beperkt de vrijheid van godsdienst en maakt het voor moslima’s moeilijker om deel te nemen aan de arbeidsmarkt.
Strikte voorwaarden
Als een overheidsinstantie het dragen van een hoofddoek wil verbieden, dan zijn daar een aantal voorwaarden aan verbonden:
- Er moet sprake zijn van een strikt neutraliteitsbeleid. Zo moet het verbod coherent en systematisch zijn. Alle uitingen van godsdienstige of levensbeschouwelijke aard zijn verboden. Denk aan een ketting met een kruisje, een keppeltje of een hoofddoek.
- De organisatie moet kunnen bewijzen dat een werkvloer zonder godsdienstige of levensbeschouwelijke uitingen noodzakelijk is, zodat anderen weten dat de (medewerker van de) overheidsinstelling neutraal handelt.
Daarbij stelt het Hof ook dat een andere overheidsinstantie ervoor kan kiezen om religieuze tekens wél toe te staan of het verbod te beperken tot werknemers die in contact komen met het publiek.
Aanleiding
De zaak die aan het Europese Hof werd voorgelegd, ging over een Belgische moslima die geen hoofddoek mocht dragen van haar werkgever, een gemeente. Ze was sinds 2016 werkzaam bij de gemeente en diende in 2021 een verzoek in om een hoofddoek te mogen dragen. Volgens Belgische media zou de gemeente dit verzoek hebben afgewezen en het arbeidsreglement vervolgens hebben gewijzigd, waardoor het voor alle werknemers verboden werd om religieuze tekens te dragen.
Het Hof doet geen uitspraak over individuele gevallen. Een Belgische rechter moet een oordeel vellen op basis van de uitspraak van het hof én de context in België. Vrijheid van godsdienst is per lidstaten namelijk verschillend geregeld. Overigens zal de gemeente bij de Belgische rechter moeten aantonen dat neutraliteit noodzakelijk is.
Advies
Discriminatie.nl adviseert moslima’s altijd om contact op te nemen met ons als een werkgever hen verbiedt een hoofddoek te dragen op het werk.
Deel deze pagina
Een lijst met artikelen
-
-
-
Dekoloniseren van het archief om stigmatiserende beeldvorming te doorbreken
-
interview
Gepubliceerd op: -