Je politieke overtuiging mag geen reden zijn voor ongelijke behandeling op het gebied van werk, onderwijs en het afnemen van goederen en diensten. In deze situaties kan bijvoorbeeld sprake zijn van discriminatie op grond van politieke overtuiging:
- Een werkneemster wordt ontslagen vanwege haar mening in een discussie, die anders was dan die van haar werkgever.
- Een politieke partij kan geen rekening openen bij een bank omdat de bank de activiteiten van de partij beschouwt als maatschappelijk niet aanvaardbaar.